Kropsla en Bladsla, Sla Soorten, Kweken & Oogsten

Sla is veel een voorkomend gewas. Het wordt gekweekt in velden, tuinbedden en plantenbakken. Ook geschikt dus voor een verticale moestuin.

Tips van de Tuinman

Onze tuinman geeft je informatie over verschillende slasoorten en hoe je deze soorten het beste kweekt, verzorgt en oogst zodat jij een lekkere maaltijd uit eigen moestuin kan eten.

Hoe kweek je sla?

Door slazaadjes te zaaien in grond. Dat kan zijn in bakken, tuinbedden of moestuinen. Plant sla over het algemeen ongeveer 1 cm onder het grondoppervlak. Bedek ze bij warm weer met een lichte laag aarde om ze koel te houden en de kieming te versnellen. Houd de grond tijdens het ontkiemen gelijkmatig vochtig. Slazaden ontkiemen in 3 tot 5 dagen.

Hoe verzorg je sla?

Om sla mooi te houden, moet je hem regelmatig water geven en ervoor zorgen dat de grond vochtig blijft – maar niet nat. Bij warm weer kan het nodig zijn de sla dagelijks water te geven, doe dit van bovenaf. Sla kun je ook elke 3 weken bemesten met een vloeibare of organische meststof.

Hoe oogst je sla?

Sla kan worden geoogst door de krop bij de bodemlijn af te snijden, of door afzonderlijke bladeren te oogsten terwijl ze groeien. Als je de losse bladeren oogst, zorg er dan voor dat je ten minste de helft van de bladeren aan de plant laat, zodat de plant verder kan groeien.

Welke sla soorten zijn er?

Er zijn eigenlijk twee soorten sla – kropsla (romaine, ijsberg, botersla) en bladsla (rucola, spinazie, veldsla). Beide soorten kunnen in een moestuin worden geteeld.

Botersla is een soort kropsla met een lichte, boterachtige smaak en een zachtere textuur dan andere slasoorten. Hij wordt meestal rauw gegeten in salades of als onderdeel van sandwiches.

Wie vindt sla nog meer lekker?

Er zijn een aantal insecten die sla kunnen eten, waaronder bladluis, vlinders, kevers en slakken. Maar ook dieren als konijnen en reeën eten graag sla!